1 recht en 1 averecht

Mijn opleiding verpleegkunde is gestart in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Ik kon thuis blijven wonen en hoefde niet in het ‘zusterhuis’ dat op het terrein van het WG lag. Eerst 3 maanden school en daarna direct de praktijk in. Op school was een kantine en achter de counter stond Tante Bep. Tante Bep was een gezellige Amsterdamse stevige dame en ze was beroemd om haar tosti’s. Als je die besteld had kon je gaan zitten want je werd geroepen. ‘BRUINE GEWONE’; riep ze dan (bruine boterhammen met ham en kaas), of ‘WITTE KAAS’ (wit brood met enkel kaas.) Ik startte in 1981 met de opleiding en toen in 1982 ook de verpleegkundige opleiding naar het nieuwe AMC verhuisde kon ze daar niet aarden. Na een half jaar was tante Bep weg. Geen ‘BRUINE GEWONE’ meer.

Ik heb u al een keer eerder verteld over mijn eerste werkdag met de zwerver en de patiënt met de maden. Ik moest uiteraard tijdens mijn werk ook wisselende diensten doen. Dagdiensten, Late Diensten en Nachtdiensten. Toendertijd deed je 7 nachtdiensten. Je was dan van woensdag tot en met vrijdag vrij, ging vrijdagavond voor 7 nachten werken, kwam er op vrijdagochtend uit. Je hoefde pas weer op woensdag aan het werk. Met een beetje slim plannen kon je dit oprekken tot woensdagavond.

Met regelmaat was er een tekort door ziek personeel en bood ik aan wel door te willen draaien. Ik deed dan 10 nachten. Ach, als je toch al in het ritme zit. De nachtdienst in gaan was nooit een probleem tot het kwart over tien avonds was. Dan had je in ene geen zin meer. Maar als je er eenmaal was dan ging het goed. Na de overdracht maakte je een rondje langs je patiënten en ging je de medicatie van 24 uur klaar maken. Je liep met een zaklantaarn langs alle infusen en urinekatheters en ging streepjes zetten en meten hoeveel vloeistof er in of er uit gegaan was. Dat krabbelde je op een briefje wat je in je zak zat.

Daarna werkten we papieren dossier na papieren dossier af. Je maakte vochtbalansen op, trok lijntjes tussen de rapportage van gisteren en de nieuwe dag. Daarna ging je curven. De controles zoals bloeddruk, temperatuur, pols, ademhaling moest je in lijntjes uitwerken zodat je een trend kon zien. Daar was je wel tot 2 soms 3 uur mee bezig. Daarna had je, naast je reguliere rondes, de alarmbel omdat iemand moest plassen of een acute opname, even rust. We kletsten wat, deden een spelletje of je ging breien. Ook ik heb in de nachtdienst breien geleerd. Ik heb heel wat truien gemaakt voor diverse familie leden. Kabels, mooie boorden en halsen. Ik draaide mijn hand er niet voor om.

Na de medicatie van 4 uur was het soms tijd voor even een powernap. Even de benen op een andere stoel en kort wegzakken. Je hoorde alles, en reageerde uiteraard direct op alarmbellen. Ook weld er veel gekheid uitgehaald. Rolstoelracen, de brandslang openzetten, of bellen vanuit de keuken en doen of er een opname kwam. Dit soort verhalen hoor ik niet meer tegenwoordig en ik weet zelfs dat er speciale powernapstoelen geplaatst zijn om snachts echt even weg te zakken.

Om 6 uur ging je weer alle katheterzakken legen, patiënten temperaturen en soms al wassen want dat scheelde voor de dagdienst en rapport schrijven. Om half 8 de overdracht en ging je naar huis. Het heerlijkste moment van de dag want je mocht om half 9 naar bed en zonder de wekker te zetten blijven slapen tot wel 16, soms 17 uur (gewoon een 8 urige ‘nacht’ hoor).

Het leukste moment van de week was na de laatste nacht, dan moest je eigenlijk niet te lang slapen anders sliep je de komende nacht niet. Je moet toch weer in het ritme komen. In het WG gingen we dan naar de kroeg waar we om 9 uur al aan het bier zaten tot een uur of 11 .. 12. daarna sliep je echt fantastisch. Ook dat was er in het toen nog kale Holendrecht bij het AMC niet meer bij. Dat was wel wennen hoor.

De enige die bij ons thuis nu nog breid en haakt is Marjolein. Hele dekens, en mutsen worden er gemaakt voor, ook weer, allerlei familieleden. Ik brei niet meer. Af en toe bedenk ik nog een danspas voor een voorstelling: “Je rechterbeen recht en dan met je linkerbeen er averecht overheen’.