Een boom op de Titanic

Ik voel me belangrijk en ik ben belangrijk ook al breng ik alleen maar een brief op. Als ik namelijk geen brief op breng, waarvan de inhoud belangrijke informatie bevat voor de hoofdpersonage, stopt het stuk. Dan weet niemand meer wat hij moet doen en kunnen we net zo goed het doek dichttrekken.

Iedereen is even belangrijk roepen we altijd, maar dat dit echt zo is blijkt uit voorgaande tekst. Een groepje dorpsbewoners geeft het dorpse beeld, gasten aan tafeltjes maken een sfeerbeeld in een cafe. Hier wordt dan van de acteur stil spel verwacht. ‘Doe maar wat je normaal ook doet in een cafe, op een dorpsplein’: roept de regisseur dan. Ja dat is makkelijk gezegd. Wie denkt er in een café nu over na wat hij daar aan het doen is. Je drinkt en je kletst wat. (en ik kijk graag om me heen, niks leuker dan mensen kijken toch? en trouwens, wat een rare mensen heb je toch op de wereld….ha ha ha). Op het moment dat je gaat acteren alsof je op een dorpsplein staat heb je het gevoel dat je voor gek staat en niet meer weet wat je met je handen, je lijf en je voeten moet, en de regisseur…..  die is met de solisten bezig die tekst hebben en een scene spelen. “niet schuin maar recht op die motor zitten. Leg je arm eens zo neer en over haar schouder?”  Daar is dan wel tijd voor om uit te leggen waar hij zijn handen moet laten.

Eigenlijk is dat het dus:  de regisseur verwaarloost het ensemble!

Natuurlijk weet iedereen dat dit geen onwil  of pesten is maar keuzes maken en er de tijd voor nemen. Slechts een halve avond hieraan werken kan helpen. Want hoe fantastisch is het dat iemand van het koor vorig jaar bedacht om bij de bushalte (waar je staat te wachten) een Libelle mee te nemen die ze uit haar handtasje vist. Zo simpel, zo makkelijk maar wel doeltreffend. En zo zijn er meer dingen te bedenken. Ga kijken hoe laat de bus eigenlijk gaat, kom te laat aanrennen, loop naar iemand toe die je begroet omdat je degene een tijd niet gezien hebt, roddel over die vrouw die nu de bus instapt; ‘weet je dat ze vreemd gaat met de slager?’ Maar die handvatten moet je wel krijgen van de regisseur. Leren improviseren, vrij spel maken, is het motto. Daarom heb ik maandag met een paar jonge meiden spel gemaakt. Ze speelden rokende vriendinnen op een terras die betrapt worden door een moeder, ze kwam te laat én dronken thuis van een feestje en de ouders wachtte haar op, ze roddelden over die nerd-achtige meid die voorbij wandelde. En leuk dat ik het vond. Hele kleine toneelstukjes in een toneelstuk kun je maken en een essentieel onderdeel vormen van het geheel. Im Weissen Rossl zou geen succes zijn geweest als er niet 1 man op het terras continu om koffie had gevraagd. Niet alleen in woord, maar juist ook in beweging en gebaar.

Ook in de Titanic krijgt eigenlijk iedereen een rol. Wellicht niet zoals in de rolverdeling staat maar wel als 3e klas passagier die toch echt anders beweegt, andere houding heeft dan de aristocratie van de 1e klasse. een textielfabrikant gaat echt anders zitten dan de naaister uit een atelier. Wel stralen ze allebei hoop uit van het aanwezig zijn op de Titanic, het schip van de toekomst die hen naar de nieuwe wereld in Amerika brengt. Om hieraan te werken heb ik een paar leuke ideeën waar we de laatste repetitie mee aan de slag gaan. En die boom op de Titanic? Vanaf maandag gaan we die water geven, krijgt u te horen waar die staat en tevens hoe belangrijk die is. Ik zal er voor zorgen dat dit jaar in alle bossen de boom gezien wordt.