Geef acht!

Vorige week was het zover: Voor vrouwen is de dienstplicht ook ingevoerd. Eindelijk. Heel goed dat we alle verschillen (waar mogelijk) weghalen. Natuurlijk is er geen opkomstplicht meer maar wie weet als het ooit nodig is dan is het fijn te weten dat we zij aan zij staan.

De mannencultuur in het leger is mij niet goed bevallen. Jazeker u leest het goed, dat is mij niet goed bevallen. Ik heb namelijk in dienst gezeten!. Nu moet ik natuurlijk oppassen met mijn legerverhalen want we hebben een militair binnen onze vereniging en voor ik het weet word ik opgehaald en sta ik voor de krijgsraad.

Ik was 18 jaar toen ik de oproep kreeg. Ik was net gestart met mijn verpleegkunde opleiding en kreeg uitstel tot het eind van mijn opleiding. In februari 1985 was ik daarmee klaar en ik moest in mei voor het eerst ‘opkomen’ zoals dat heette. Er was een groot tekort aan verpleegkundigen en in het AMC werd een uitzendkracht voor mij ingezet, want er was wel baangarantie als je het leger in moest. Ik verdiende toen ongeveer 1600 gulden en mijn salaris in het leger ging terug naar 700 gulden. Daar baalde ik al flink van. En ik moest 18 maanden het leger in.

Ik was niet zo slim om mij te laten afkeuren voor S5, platvoeten of andere problemen en ik vertrok keurig naar Venlo-Blerick. De kazerne waar ik moest opkomen. Ik kreeg een plunjebaal met legerkleding, helmen, baretten, soldatenlaarzen, camouflagenetten en een blikken eettrommeltje. (leest u de frustratie al tussen de regels door?)

In Blerick werd ik opgeleid tot chauffeur met groot rijbewijs. Ik leerde daar van alles over een vrachtwagen, u kent wel die grote groene legertrucks, maar ook alles over mijn wapen de UZI. Ook moest ik natuurlijk over de stormbaan, en leerde ik mijzelf schminken met camouflagestiften. Leren rijden in een grote legertruck valt eigenlijk mee. Ik had meteen door dat je, doordat je hoog zit, een goed overzicht hebt en dat men jouw grote wagen ook snel ziet. Het ging voortvarend. Ik ben alleen een ‘koppeling rijder’. Ik druk nogal snel de koppeling in waar mijn korporaal de rij-instructeur niet tevreden over was. We moeten tijdens het rijden een helm op en elke keer als ik weer de koppeling te vroeg intrapte gaf hij mij met een stok een tik op mijn helm.

Af en toe was er pauze waarbij het gewone soldatenvolk ver weg van de overige officieren moesten zitten. In een cafe werd een ons een plek in de hoek aangewezen en we moesten het niet wagen hard te praten of op te vallen. Er werd ook veel gesport, begrijpelijk als je straks de vijand moet verslaan. Bij het touwklimmen werd de donker gekleurde soldaat de touwen ingejaagd met; ‘Als aap moet je kunnen klimmen’. Ik snap nog steeds niet dat ik niks gezegd heb en dat de machtstructuur je tot een gewillig iemand maakt. (ik weet dat hierin inmiddels veel veranderd is, we praten wel over 35 jaar geleden)

Toch zat het me niet lekker dat ik in Blerick opgeleid werd tot soldaat terwijl in Amsterdam een uitzendkracht voor mij werkte en er grote tekorten aan verpleegkundigen waren. Ik diende dus een rekest in. Een rekest is een verzoek. Ik deed een verzoek om als verpleegkundige aan de slag te mogen gaan. Dit verslag moest in 6-voud (!) omdat het leger nogal bureaucratisch ingesteld is. Maar uiteindelijk mocht ik, na mijn rijopleiding die 2 maanden duurde en waarin ik mijn groot rijbewijs haalde, overgeplaatst worden naar het militair hospitaal in Utrecht waar ik nog 12 maanden als verpleegkundige aan de slag mocht. En ja, u leest het goed, daardoor ook slechts totaal 14 maanden ipv 18 maanden in dienst hoefde.

Medio 1986 kwam ik uit dienst maar ik was zeker goed bevallen want ik mocht in 1988 op herhaling. Een week lang en ik moest opkomen in Zeeland. Daar hoorde ik dat we op kamp gingen in Noord Duitsland. Ik werd geplaatst op een vrachtwagen want ik had mijn groot rijbewijs. Ik diende weer een rekest in want na mijn 2 maanden rij-opleiding had ik nooit meer op een vrachtwagen gereden. Dit werd goedgekeurd en ik mocht de commandant in een jeep rijden. Nou, dat heb ik geweten.

De colonne vrachtwagens ging over de binnenwegen van Zeeland naar Noord Duitsland. De commandant die de leiding had wilde op elk kruispunt staan om te zien of de colonne niet doorbroken werd. Dat betekende bij elke kruispunt, als de colonne voorbij was, dat ik (op de 2-baanswegen) alle legertrucs moest inhalen om weer als eerste op het volgende kruispunt te staan. Gelukkig ving mijn uniform de zweetdruppels op.

In Noord Duitsland werd een kamp opgebouwd waar we de hele week niks gedaan hebben. Bij terugkeer in Zeeland werden we uitbundig bedankt met een Indisch buffet. Ik heb mijn plunjebaal nog jaren bewaart (want je moest beschikbaar blijven tot je 40e.) Ik heb hem pas een paar jaar geleden weggedaan en ik heb alleen de bruine legerboots nog.

Linda was afgelopen week op internet aan het kijken naar speciale Dr Martens laarzen. Duur maar erg mooi. Ik zei; ‘ik heb ook zoiets nog staan, maar dan bruin’. Ze ging kijken en zei: ‘Welnee pap, dat zijn Operettelaarzen’. Dat klopt enigszins want ik heb ze aangehad in de de Desertsong en nog een paar andere operettes. Ik vertelde mijn legerverhalen waarop Linda zei: ik denk dat het leger ook een soort operette is, met goeie en slechte operettefiguren en veel komische rollen. JeroenVos: Eat your hart out!