De geschiedenis spleet zich af in Rheinland-Pfalz in het begin van de 18de eeuw. Baron Weps heeft opdracht gekregen de jacht van de keurvorst op wilde zwijnen voor te bereiden. De bevolking heeft echter alle zwijnen al gestroopt. Schneck, de dorpsburgermeester, koopt hem om, om het niet aan de keurvorst te melden en genoegen te nemen met tamme zwijnen. Het geld komt Weps wel van pas, want hij moet weer eens een schuld voor zijn verkwistende neef Stanislaus betalen. Plotseling verschijnen de Tirolers, met aan het hoofd van de stoet Adam, de vogelkoopman. Weps krijgt bericht dat de keurvorst niet komt en daar hij het geld dringend nodig heeft, moet Stanislaus, die toch niemand kent, de rol van keurvorst spelen.
Als boerinnen verkleed, verschijnen Marie, de keurvorstin en haar hofdame Adelaide. Marie wil haar man verrassen. Adam maakt Marie het hof, maar als zijn Christel, de postbestelster, verschijnt moet hij zich aan haar wijden. Christel vertelt Adam dat ze de keurvorst om een goede betrekking voor hem wil vragen, zodat ze kunnen trouwen. Adam verbiedt het haar, omdat hij de keurvorst tegenover een knap meisje niet al te zeer vertrouwt. Maar Christel gaat toch en wordt door Stanislaus in het paviljoen ontvangen. Baron Weps houdt de wacht voor de deur, maar ziet tot zijn schrik van beide kanten iemand komen, die meent door de keurvorst bedrogen te worden.
Het zijn de keurvorstin en Adam, maar als Christel uit het paviljoen komt, blijkt de pseudo keurvorst, kennelijk door het raam, verdwenen. Woedend smijt Adam de van vreugde stralende Christel zijn benoeming voor de voeten.
Malicorne, directeur van het gelijknamige theater, is met zijn groep onder nieuwsgierige belangstalling van de plaatselijke bevolking neergestreken op een fraai pleintje. De vier vrienden Paljas, Suzanne, Marion en Pingouin, genieten van een zeldzaam moment van rust. Deze rust wordt echter wreed verstoord door de komst van Baron de Valengoujon, die op rederlij onstuimige wijze Marion van zijn liefde probeert te overtuigen.
Op een heel andere wijze probeert André, een officier, Suzanne van zijn liefde te overtuigen. Hij redt haar namelijk uit de klauwen van twee losbollige vrienden van hem. Suzanne beloont hem met uiterste warmen gevoelens.
In het theater Malicorne geven alle artiesten een stukje voorstelling ten beste om iedereen in de stemming te brengen. Directeur Malicorne probeert op zijn manier de tent vol te krijgen. Allen baron de Valengoujon is bereid om in de buidel te tasten. Hij koopt alle kaartjes voor de hele week. Op die manier probeert hij Marion voor zich te winnen, echter tevergeefs. Hij probeert het op een andere manier. Als hij bij Suzanne een visje uitgooit krijgt hij lik op stuk. Malicorne is hiervan getuige en vreest zijn kaartverkoop mis te lopen. Hij dwingt Suzanne haar excuses aan te bieden. Zij weigert en besluit te vertrekken. Paljas, Marion en Pingouin verklaren zich solidair en het viertal verlaat de groep. Malicorne is ten einde raad.
Tweede bedrijf; Bij herberg “Het Gouden Haantje”in het dorpje Becanville
In het dorpje Becanville wordt net vandaag het beroemde zangconcours gehouden. De grote man achter dit spektakel is de heer Bernadin. De graaf Des Etiquettes is aangekomen om mee te doen aan dit concours. Mevrouw Bernadin is zijn grote liefde. Zij kennen elkaar uit het verleden. Mevrouw Bernadin was toen koorddanseres onder de naam Castorina. Het schijnt dat uit de tedere momenten tussen haar en de graaf een dochtertje werd geboren. De heer Bernadin is hier onwetend van. Dit heeft verstrekkende gevolgen. Daarom pakte Castorina haar biezen. Ze liet haar dochtertje achter in het theater, Later bleef ze plakken aan een zanger, de heer Bernadin.
Onze vier vrienden komen ook in Becanville aan. Ze willen met hun kunsten en fratsen wat geld verdienen. Toevallig heeft ook het keurkorps soldaten van André het dorp als verblijfplaats gekozen. Ook Marlicorne wil met zijn theater in het dorp zijn tenten opslaan. Als Marion haar voormalige, brute werkgever tegenkomt, weet zij hem op een dwaalspoor te brengen. Zij waarschuwt haar vrienden. Alle vier besluiten zij er van door te gaan. Als de waardin zich er maar niet mee bemoeid had. Door haar interventie belanden de vier van de regen in de drop.
Malicorne en zijn vrouw voelen nattigheid. Zij doorzien de listige vermomming van onze vier vrienden. Paljas, Suzanne, Marion en Pingouin zijn teruggevonden. Malicorne is nog steeds furieus en er ontstaat een welles-nietes ruzie die zelfs niet door de brigadier valt te sussen. Pas als André de graaf De Etiquettes zich ermee gaan bemoeien, komt men tot bedaren.
Derde bedrijf; ten domeine van graaf Des Etiquettes
We zijn uitgenodigd op een feest van graaf Des Etiquettes. Ook alle voorgaande personen zijn aanwezig. Paljas heeft van de graaf een betrekking gekregen. Hij kiest uiteindelijk toch voor het theater. Hij staat ook nog voor een tweede dilemma: een toekomst met of zonder Suzanne. Hij betoont zijn ware liefde en neemt een beslissing waardoor een grote droom van Suzanne werkelijkheid wordt.
Componist
Louis Ganne
Teksten
Maurice Ordonneau
Oorspronkelijke titel
Les Saltimbanques
Première
30 december 1899, Théâtre de la Gaîté , Parijs
Plaats van handeling
Dorpje Becanville
Uitvoering door EDOG
14 en 15 maart 1997, Diemer Operette Theater (Sporthal), Diemen.
Rolverdeling
Suzanne
Angelique Wardenier
Paljas
Edwin van Grasstek
Marion
Annemarie van Wijngaarden
Pingouin
Erik Damman
Malicorne
Henk Lakerveld
Madame Malicorne
Gea Tas
André
Martin Buys
Graaf des Etiquettes
Henk Schuurman
Bernadin
Jan Rempt
Madame Bernadin
Marjolein Lakerveld
Baron de Valengoujon
Ab Nieuwolt
Bertillard
Edwin Lakerveld
Waardin
Jo van de Berg
Brigadier
Rinus Jansen
Coradet
Ton Hardonk
Rocobin
Gerard van Veen
Productie
Regie
Rinus Buys
Repetitor
Paul Boeken
Dirigent
Paul Boeken
Orkest
Het Begeleidingsorkest
Decorbouw
Rens Tas, Cees Band, Ab Nieuwolt, Gerard van Veen, Jan Everts, Paul Eikelhof, Jeroen Kortekaas, Cees Stam, Henk de Wit, Edwin van Wijngaarden, Jan Rempt
De Hongaarse ritmeester der huzaren, Koltay, is met zijn oppasser Janczi in Russische krijgsgevangenschap geraakt. Janczi speelt een lied vol heimwee op zijn geliefde viool. Een van de soldaten van de wacht belooft hen te helpen ontvluchten in ruil voor het instrument. Het ontvluchtingplan lukt.
1ste bedrijf – In het Amerikaanse gezantschap in Japan
John Cunlight, Amerikaanse gezant in Tokio, viert daar met zijn vrouw Viktoria, een afscheidsfeest, omdat hij in Petrograd als gezant is benoemd. Tegelijkertijd wordt het verlovingsfeest gevierd van de broer van Viktoria, graaf Ferry, met de bekoorlijke Japanse O Lia San. Viktoria is echter zeer opgewonden. De dag tevoren heeft zij op een tochtje door de stad de man gezien die zij reeds lang dood waande, Koltay, haar vroegere verloofde. Ook Koltay, die haar heeft herkend, weet niet hoe hij het heeft als hij haar in Tokio ziet. Zij hebben echter geen gelegenheid met elkaar te praten. Onder de naam Czaky meldt Koltay zich om hulp op het Amerikaanse gezantschap, want hij heeft gehoord dat daar ook Hongaren zijn. Als hij tot zijn verrassing aan Viktoria wordt voorgesteld ervaart hij de bittere waarheid. Cunlight weet van niets en biedt aan om hem te helpen en neemt Koltay en zijn oppasser meet naar Petrograd, terug in het hol van de leeuw. Viktoria bevindt zich in een moeilijke positie.
2de bedrijf – In het Amerikaanse gezantschap in Petrograd, Rusland
Voor haar man houdt zij haar werkelijke gevoelens verborgen. Een uiteenzetting met haar vroegere geliefde van wie ze nog altijd houdt, gaat ze uit de weg. Tenslotte weet Riquette, haar kamenier, die een zwak heeft gekregen voor Janczi, hen beide samen te brengen. Viktoria vertelt dan dat men haar had gezegd dat hij gesneuveld was en dat zij tenslotte na lange rouw en verdriet de echtgenote van Cunlight is geworden, meer uit dankbaarheid voor zijn hulp dan uit liefde. koltay vraagt haar samen met hem naar het vaderland te vluchten, maar zij wil haar man niet in de steek laten. Ondertussen hebben de Russen Koltay herkend en alleen Cunlight kan hem nog helpen. Dat wil deze ook wel, ondanks dat hij van Ferry gehoord heeft wie de vermeende Czaky in werkelijkheid is. Maar Koltay weigert alle hulp en levert zich vertwijfeld aan de vijand uit.
3de bedrijf – In het Hongaarse plaatsje Doroszma
Het slot speelt zich een jaar later af in het Hongaarse dorp Doroszma, waar ook het stamslot van Viktoria staat. Viktoria’s en Cunlights wegen hebben zich door het gebeurde gescheiden. Koltay heeft door tussenkomst van Cunlight genade gekregen en is tegen Russische gevangenen naar Hongarije uitgewisseld. Na een wereldreis heeft Viktoria eenzaam en zonder hoop haar kasteel weer opgezocht. Ook Ferry is daar met O Lia San, terwijl ook Janczi daar is met Riquette. Deze beide gelukkige paren willen zich bij het grote wijnoogstfeest voor het leven binden. Een oud gebruik wil dat bij dit feest drie paren in de echt willen treden en ze hopen nu maar dat Viktoria tot het derde zal behoren. Janczi denkt aan Koltay, zijn vroegere ritmeester. Ferry aan Cunlight, die inmiddels gezant te Boedapest is geworden. Als Cunlight komt, lijkt Viktoria werkelijk bereid hem weer te volgen, maar op dat moment dat zij nar hem toe wil gaan, verschijnt Koltay ten tonele, door Cunlight geroepen. En zon vinden eindelijk Viktoria en haar huzaar elkaar.
Componist
Paul Abraham
Teksten
Alfred Grünwald en Fritz Löhner-Beda
Oorspronkelijke titel
Viktoria und ihr Husar
Première
21 februari 1930, Hauptstädtisches Operettentheater, Budapest
Plaats van handeling
Vlak na de Eerste Wereldoorlog
Siberië, Japan, Petrograd (Rusland) en Doroszma (Hongarije)
Uitvoering door EDOG
14 en 15 maart 1997, Diemer Operette Theater (Sporthal), Diemen.
Gebaseerd op een werk van Emmerich Földes.
Rolverdeling
John Cunlight, Amerikaanse gazant
Martin Buys
Gravin Viktoria, zijn vrouw
Hellen van Rooyen
Graaf Ferry Hegedus van Doroszma, Viktoria’s broer
Erik Damman
O-Lia-san, Ferry’s bruid
Jo-anne Spier
Riquette, kamenier bij Viktoria
Annemarie van Wijngaarden
Tokeramo Yagani, Japans attaché
Jan Rempt
Stafan Koltay, ritmeester bij de huzaren
Cor de Wit
Janczi, zijn oppasser
Edwin van Grasstek
Bela Porkolty, burgemeester van Doroszma
Ab Nieuwolt
Een Russische officier
Henk Schuurman
Een boeddhistische priester
Henk Lakerveld
Kamakuri O-Miki, een Japanse lakei
Marjolein Lakerveld
James, butler bij het Amerikaans gezelschap
Jan Rempt
Eerste Japanse genodigde
Edwin Lakerveld
Tweede Japanse genodigde
Theo Jansen
Derde Japanse genodigde
Gerard van Veen
O-Lili-san, vriendin van Lia-san
Aagje Band
O-Miki-san, vriendin van Lia-san
Thea van Grasstek
Juliska, Hongaarse boerin
Mary Eikelhof
Piroska, Hongaarse boerin
Carla Bout
Een Russische wachtmeester
Henk Schuurman
Een kozak
Fred Gast
Productie
Regie
Rinus Buys
Repetitor
Paul Boeken
Dirigent
Peter Stam
Orkest
Amsterdams Begeleidings Orkest
Decorbouw
Rens Tas, Cees Band, Ab Nieuwolt, Gerard van Veen, Jan Everts, Paul Eikelhof, Edwin van Wijngaarden
De geschiedenis speelt zich af in Venetië. Als de senatoren horen dat de hertog van Urbino voor het carnaval naar Venetië komen, zijn ze daar niet blij mee. De hertog staat namelijk bekend aas een Don Juan. Als de hertog de senatoren met hun echtgenoten uitnodigt voor een gemaskerd bal zijn de heren daar ook niet blij mee. Ze verzinnen dan ook allerlei smoezen om hun vrouwen niet in de buurt van de hertog te laten komen. Senator Delaque besluit zijn vrouw Barbara voor een paar dagen in een klooster op Murano, een van de kleine eilandjes van Venetië, onder te brengen. Maar de hertog heeft juist zijn oog op haar laten vallen. Delaque neemt Caramello, zijn lijfbarbier, in de arm.
Caramello ziet kans de gondelier Francesco, die Barbara naar Murano moet brengen, om te kopen. Hij neemt zijn plaats in en ontvoert op deze manier Barbara, tenminste dat denkt hij. Barbara voelt er namelijk niets voor om naar Murano te gaan. Daarom heeft zij Annina, een vissersmeisje, overgehaald haar plaats in te nemen. Caramello merkt tot zijn schrik, als hij in het paleis van de hertog is aangekomen, dat hij zijn eigen geliefde heeft ontvoerd. Hij kan niets anders doen dan Annina haar rol verder te laten spelen. Ze doet dit overigens uitstekend. Delaque wil bij de hertog in de gunst komen om zodoende de vacante post van rentmeester te verkrijgen. Daarom neemt hij, onwetend van de verwikkelingen rond Barbara en Annina, zijn kokkin Ciboletta mee en stelt deze als zijn vrouw Barbara voor. Annina licht de hertog in over dit bedrog. Zij is toch immers de echte Barbara!
Ciboletta stelt Delaque hevig teleur. In plaats van moeite te doen voor zijn post als rentmeester, vraagt ze allen maar een goede positie voor haar vriend Pappacoda, die kok is. De hertog vindt de beide dames zeer aantrekkelijk en arrangeert een souper met beide. Hij wordt daarbij angstvallig in de gaten gehouden door Caramello en Pappacoda. Delaque heeft zo langzamerhand het gevoel gekregen dat de zaak verkeerd loopt en oordeelt het raadzamer de echte Barbara uit Murano te halen. De hertog wordt door Pappacoda en Ciboletta op de hoogte gebracht van het bedrog van Annina. Hij geert toe achter het net gevist te hebben. Delaque krijgt echter ook de kous op de kop. De hertog benoemt hem niet hem maar Caramello tot zijn rentmeester. Op die manier blijft Annina tenminste in zijn buurt en wat in het vat zit….
Het lied van de woestijn is een operette vol romantiek, sterke speelscènes en humor. Een Frans officier, Pierre Birabeau, kan de terreur, bedreven door de Franse troepen in Marokko, niet verdragen. Hij wordt hoofdman van een bende rovers om gezamenlijk het onrecht te bestrijden. Hij krijgt de bijnaam van “De Rode Schaduw”. Alleen trouwe volgelingen weten wie hij is. Zijn vader, generaal Birabeau, krijgt de opdracht de Rode Schaduw onschadelijk te maken. Om verdenking te voorkomen doet hij thuis of hij een beetje achterlijk is. Niemand neemt hem daardoor aux seriaux.
Hij is verliefd op de nicht van zijn vader, “Margot Bonvalet”. Margot is verloofd met kapitein Paul Fontaine. Fontaine heeft een verhouding gehad met een halfbloed Azuri, die gevaarlijk wordt wanneer Paul een einde aan zijn liefdesbetrekkingen met haar heeft gemaakt.
Zij ontdekt wie de Rode Schaduw is. Margot komt in aanraking met de Rode Schaduw en wordt verliefd op hem. Hij schaakt haar. Zij wordt naar het harem van Ali-Ben-Ali, een Arabische vriend van de Rode Schaduw, gebracht. Zijn vader, opgestookt door Azuri, wil met hem duelleren. Hij weigert en wordt door Ali-Ben-Ali de woestijn ingestuurd.
Een stomdronken Azuri kan haar geheim niet langer voor zich houden en vertelt generaal Beirabeu de waarheid omtrent zijn zoon. De humor bregen Bennie Kidd en Susan, zijn secretaresse. Zij hebben de wonderlijkste avonturen. Dat Pierre met Margot Bonvalet gaat trouwen zal iedereen nu begrijpen. En verder… moet er iets te raden overblijven.