1ste bedrijf – In het “Orpheum”-theater in Boedapest
Voor de laatste maal treedt de gevierde zangeres Sylva Varescu op in het theater “Orpheum” in Budapest. Ze gaat een tournee maken door Amerika. Haar ontdekker, graf Boni Kancsianu, een echte vrouwenjager, geeft een afscheidssouper ter ere van haar. Boni is verliefd op haar. Hij komt echter geen stap verder, omdat Sylva verliefd is op de jonge Edwin von und zu Lippert-Weylersheim. Edwin beantwoordt haar liefde en zou graag met haar trouwen als er geen standsverschil zou zijn. Von Rohnsdorff, een luitenant en neef van Edwin, komt hem het bevel brengen, zich onmiddellijk bij zijn corpscommandant te melden. Hij weet wat dat betekent. Zijn vader wil hem namelijk dwingen met zijn nicht, gravin Stasi, te trouwen. Tot het uiterste gedreven, laat Edwin een notaris halen en laat door deze een akte opmaken waarin hij belooft Sylva binnen acht weken te trouwen. De zangeres ziet nu af van haar Amerikaanse tournee. Als Edwin weg is, laat Boni Sylva een aankondiging zien waarin de oude vorst, zonder medeweten van zijn zoon overigens, de verloving van Edwin met Stasi bekend maakt. Sylva meent nu dat Edwin haar bedrogen heeft en besluit toch naar Amerika te gaan.
De geschiedenis speelt zich af in Parijs, tijdens de wereldtentoonstelling van 1867. De Zweedse baron De Gondremarck en zijn vrouw Christine willen het Parijse leven leren kennen.
Als ze in de Franse hoofdstad aankomen worden ze opgewacht door Raoul de Gardefeu, die de plaats heeft ingenomen van de door het Grand Hotel gestuurde Antoine, die vroeger zijn kamerdienaar was. Raoul heeft namelijk een oogje laten vallen op de jonge barones en hoopt op deze manier nader met haar in contact te komen. Hij brengt de Zweden zogenaamd naar een dependance van het hotel, die in werkelijkheid zijn eigen woning is.
De baron vraagt Raoul of hij hem in contact kan brengen met een zekere mejuffrouw Métella, over wie een Zweedse vriend heeft verteld. Raoul kent Métella maar al te goed! Raoul’s vriend Babinet stelt voor in het huis van zijn tante, die op reis is, een ontvangst te organiseren. Hij zelf zal als “Admiraal Walter van de Zwitserse marine” voor gastheer te spelen en de bedienden zullen als gasten fungeren. Voor dit ontvangst zal alleen de baron uitgenodigd worden, zodat Raoul zijn geluk bij de barones kan beproeven.
De geschiedenis speelt zich af in het plaatsje Sankt Wolfgang am Wolfgangsee, vóór de eerste wereldoorlog. Leopold, de oberkelner van het hotel “Im Weissen Rössl” is wanhopig verliefd op zijn bazin, de waardin Josepha Vogelhuber. Zij echter ziet met kloppend hart de komst van Dr. Siedler tegemoet, die regelmatig in het hotel zijn intrek neemt. Leopold probeert op allerlei manieren te voorkomen dat Josepha en Siedler nader tot elkaar komen.
Hij maakt het daarbij zo bont, dat hij ontslagen wordt. Jospeha ziet zich echter gedwongen hem weer in dienst te nemen, want Keizer Franz Joseph heeft zijn bezoek aangekondigd om het schutterfeest bij te wonen. Dat gaat hem overigens niet al te best af. De Keizer zorgt er tenslotte persoonlijk voor dat Josepha en Leopold een paar worden, terwijl Ziedler zich maar al te graag met Ottilie, de dochter van de fabrikant Giesecke, verlooft.
Verder maakt een schat van bekende melodieën deze operette tot één van de successen.
1ste bedrijf – Kerkplein voor de kerk Santa Maria Novella
De geschiedenis speelt zich af in Florence in het jaar 1331. De student Leonetto wordt in een romantisch samenzijn met Beatrice gestoord als haar man, de barbier Scalza, onverwacht thuiskomt. Dankzij de dichter Boccaccio, die als afleidingsmanoeuvre een vechtpartij ontketent, kan Leonetto zich uit de voeten maken. Boccaccio’s grote liefde is Fiametta, de pleegdochter van Lambertuccio en Peronella, die regelmatig van een onbekende een grote som geld ontvangen voor haar opvoeding. Een van de enthousiaste lezers van Boccaccio’s novellen, prins Pietro van Parlermo, krijgt eindelijk de gelegenheid mat de dichter kennis te maken. Boccaccio stelt de prins een paar avontuurtjes, zoals die in zijn boeken staan, in het vooruitzicht. Het gelukt Boccaccio als bedelaar vermomd met Fiametta te praten en haar zijn liefde te verklaren. Intussen besluiten Scalza, de kuiper Lotteringhi, de kruidenverkoper Lambertuccio en andere burgers iets te ondernemen tegen Boccaccio, wiens aanstootgevende verhalen de vrouwen de hoofd op hol brengen. Helaas houden ze prins Pietro, die juist op het punt staat een avontuurtje met Lotteringhi’s vrouw Isabella te beginnen voor Boccaccio, zodat deze een flink pak slaag oploopt. Wanner de prins herkend wordt, koelen de mannen hun woede op Boccaccio’s boeken; ze worden verbrand.
1ste bedrijf – In het district “Banaat”, provincie “Temesvar” in Hongarije
Sandor Barinkay, zoon van een verbannen landgoedeigenaar (die verbannen was wegens sympathieën met de Turkse veroveraars) mag na veel omzwervingen, door bemiddeling van graaf peter Homonay, naar zijn landgoed terugkeren. Van de eens zo trotse vesting is alleen nog maar een ruïne over. De landerijen, die grotendeels onder water zijn komen te staan, zijn ingepikt door zijn buurman, de varkensfokker Kálmán Zsupán, die hoopt de schat (die volgens een gerucht op het grondgebeid van Barinkay ligt) te bemachtigen. Rond de ruïne hebben zich zigeuners gevestigd. Voor de overdracht van het “slot” aan de rechtmatige eigenaar door de commissaris van de koning (Canero) zijn twee getuigen nodig. De oude zigeunerin Czipra en Zsupán worden hiervoor uitgezocht. Zsupán is uiteraard niet blij met de terugkeer van Barinkay. Om de schat niet helemaal aan zijn neus voorbij te laten gaan, probeert hij zijn knapp dochter Arensa aan Barinkay te koppelen. Arsena voelt hier echter niets voor, omdat zijn in het geheim al en vrijer heeft. Het is Ottokar, de zoon van haar gouvernante Mirabella. Om tijd te winnen zegt zij dat haar a.s. echtgenoot minsten een baron moet zijn. Barinkay blijft alleen achter, maar krijgt gezelschap van Czipra en haar knappe dochter Saffi. Dan komen de zigeuners terug van de markt. Zij ontvangen Barinkay wel hartelijk en huldigen hem als hun nieuwe “Woiwode”(leider). Zsupán en zijn gevolg worden uit bed getrommeld en Barinkay presenteert zich als de “Zigeunerbaron”. Zo heeft Arsena het uiteraard niet bedoeld. Barinkay wil niets meet van Arsena weten en kiest Saffi als zijn bruid. Dit alles tot grote vreugde van de zigeuners en tot grote woede van Zuspán en de zijnen, die hierdoor de schat aan hun neus voorbij zien gaan. Bijna komt het tot een handgemeen.
2de bedrijf – De volgende morgen
De volgende morgen vertelt Czipra, dat zij in haar droom een oude grijsaard heeft gezien in wie zij de vader van Barinkay herkende. Deze vertelde haar waar hij de schat verborgen had in opdracht van de laatste Turkse Pasja in Hongarije. Na enige aandrang gaat Barinkay op de aangewezen plaats zoeken. Hij vindt inderdaad de schat. Vervolgens verschijnt graag Homonay met zijn huzaren om rekruten te werven voor de oorlog tegen Spanje. Voor de het goed en wel beseffen zijn Zsupán en Ottokar bij het leger ingelijfd door het drinken van de zogenaamde “werfwijn” en de bezegeling door de “handslag”. Canero begint met Zsupán en zijn gevolg Saffie en de zigeuners te beschimpen. Dit is voor Czipra het teken om een document tevoorschijn te halen, waaruit blijkt dat Saffi geen zigeunermeid is maar de dochter van de laatste Turkse Pasja in Hongarije. Barinkay in ontzet. Hij voelt zich haar nu niet meer waardig. Hij offert de gevonden schat aan het vaderland dat in grote geldzorgen zit en meldt zich ook aan als rekruut door het drinken van de “werfwijn”. Opgewekt trekken de mannen ten strijde, de vrouwen en geliefden blijven wenend achter.
3de bedrijf – Wenen, na de oorlog
De oorlog in ten einde en de troepen keren naar Wenen terug. Als een der eersten verschijnt Zsupán die snoeft over zijn zogenaamde heldendaden. Ook Barinkay en Ottokar keren heelhuids terug. Ottokar en Arensa vallen elkaar in de armen. Barinkay wordt vanwege zijn moedig gedrag in de adelstand verheven. Hij is nu echt baron. Zsupán probeert nog eenmaal een koppeling tussen Arensa en Barinkay te bewerkstelligen, maar deze laatste maakt hem duidelijk dat de enige partij voor Arensa Ottokar kan zijn, terwijl hem nu niets meer in de weg staat om Saffi tot de zijne te nemen.
Componist
Johan Strauss Jr.
Teksten
Ignaz Schnitzer
Oorspronkelijke titel
Der Zigeunerbaron
Première
24 oktober 1885, Theater an der Wien, Wenen
Plaats van handeling
Begin 18de eeuw, Oostenrijk
Uitvoering door EDOG
3 en 4 maart 1989, Diemer Operette Theater (Sporthal), Diemen.
Rolverdeling
Graaf Peter Homoray, districthoofd
Ruud Zaan
Graaf Carnero, commissaris van de koning
Henk Lakerveld
Sandor Barinkay, emigrant
Rudi de Vries
Arensa, dochter van Zsupán
Marja van de Brink
Mirabella, gouvernante van Arensa
Gea Tas
Ottokar, zoon van Mirabella
Erik Damman
Czipra, een zigeunerin
Nelly Portengen
Saffi, een zigeunermeisje
Elma van de Dool
Pali, zigeuner
Martin Basseluer
Istvan, knecht van Zsupán
Bert Lap
Burgemeester van Wenen
Jan Rempt
Joszi, zigeuner
Eric Rademaker
Ferko, zigeuner
Fons den Kroode
Mihaly, zigeuner
Jan van Grasstek
Janszi, zigeuner
Ben van Staveren
Productie
Regie
Ruud Saan
Dirigent
Olof Groesz
Orkest
Amsterdams Promenade Orkest
Decorbouw
Johan Ballering, Piet Boogaard, Hans Brokkaar, Paul Eikelhof, Henk ten Have, Han Hesterman, Bert Lap, Rens Tas, Jan Everts