De Klokken van Corneville (1985)

1985 flyerVerhaal

Al vroeg in de morgen zijn boeren en boerinnen van Corneville bezig om op tijd op de jaarmarkt te zijn voor de jaarlijkse verhuring van dienstmeisjes, knechts, koetsiers enz.

Serpolette, een door de oude vrek Caspard gevonden meisje, is bezig kwaad te spreken van germaine, een nicht van Caspard. Serpolette beschuldigt Germaine ervan haar vrijer, de visser Jean Grenicheux, afhandig gemaakt te hebben. Deze heeft Germaine eens het leven gered en Germaine heeft hem uit dankbaarheid haar jawoord gegeven.

Caspard is daar niet mee eens omdat hij de hand van Germaine beloofd heeft aan de oude baljuw van Corneville.

Er verschijnt een vreemdeling in het dorp die zich naar het kasteel wil begeven. Het volk belet hem dit omdat, naar men zegt, zich vele spoken op het kasteel bevinden. Germaine zingt een lied voor hem naar de in omloop zijnde legende. De vreemdeling raakt in haar ban. Hij blijkt een kleinzoon te zijn van de voormalige heer van Corneville en besluit toch naar het kasteel te gaan om daar de spoken te verdrijven.

Vechtende dorpelingen ontdekken dat Germaine en Jean Grenicheux af en toe in het geheim vrijages hebben, zeer tot ongenoegen van Caspard, die in zijn woede zo ver gaat, dat hij de baljuw verzoekt Grenicheux te arresteren. Er ontstaat een hevige ruzie waarbij de baljuw zijn pruik verliest, wanhopig de aftocht blaast en allen in grote verwarring achterlaat.

Om aan de vervolging te ontkomen verhuurt Grenicheux zich als koetsier op de jaarmarkt. ook de markies van Corneville bezoekt de markt en de eersten die hij als personeel voor zijn kasteel huurt zijn Serpolette en Grenicheux.

Germaine tracht aan de invloed van Caspard te ontkomen en verhuurt zich als dienstmeisje bij de markies. Deze laatste begeeft zich met zijn manschappen naar het kasteel om de spoken te ontmaskeren. Hierbij komt aan het licht dat Serpolette de burggravin de Lucenay moet zijn.

De markies wordt steeds verliefder op Germaine. Deze vertelt hem van haar redding door Grenicheux De markies ontdekt tevens dat Grenicheux hierbij vals spel speelde en dat hijzelf het geweest moet zijn die haar leven redde. Hij wreekt zich door Grenicheux in een harnas te laten stoppen en zodoende in het kasteel als wachtpost dient te laten doen.

Dan sluipt Caspard het kasteel binnen om als vrek van zijn geld te kunnen genieten.
Plotseling luiden de kasteelklokken en Caspard, die zich de legende van het kasteel herinnert, wordt waanzinnig en stort zich op het geld. De markies en zijn mannen ontmaskeren hem. Germaine smeekt om vergeving voor haar nu waanzinnig geworden oom.

Nadat de markies zijn bezit in de oude glorie heeft laten herstellen, geeft hij een groot feest voor de bevolking. Gedurende dit feest verschijnen Serpolette en Jean Grenicheux en verstoren de feestvreugde.

Door het ontbreken van een bladzijde uit de familieregisters van 18 mei 1677 kon de regering niets anders doen dan Serpolette aan te wijzen als wettige dochter van de voormalige graaf de Lucenay. Caspard ontmaskert haar en bewijst dat niet Serpolette maar Germaine de enige ware dochter van de voormalige kasteelheer is.

Nu alle hinderpalen weggenomen zijn bestaat er geen beletsel meer voor een huwelijk tussen Germaine en de markies.

Componist
Robert Planquette

Teksten
Louis Clairville en Charles Gabet

Oorspronkelijke titel
Les cloches de Corneville

Première
19 april 1877, Théàtre des Folies-Dramatiques, Parijs

Plaats van handeling
Normandië, ten tijde van Lodewijk XVI

Uitvoering door EDOG
22 en 23 februari 1985, Diemer Operette Theater (Sporthal), Diemen

Rolverdeling
Henri, markies van Corneville Ruud Saan Caspard, rijkste boer uit de omtrek Frans Cornet
Germaine, nicht van Caspard Marja van den Brink Jean Grenicheux, een visser Roelof Beutink
Serpolette, een vondeling Johanna Visser Baljuw Hans Hemelaar
Manette, een landmeisje Joke van den Bosch Jeanne, een landmeisje Metha Beukeboom
Gertrude, een landmeisje Aafke van de Riet Suzanne, een landmeisje Gea Tas
Catherine, een landmeisje Bianca Giebing Marguerite, een landmeisje Wil Quaars
Cachelot, een bootsman Martin Buys Burgermeester van Corneville Gerard te Beek
Grippardin, een raadsheer Wim Zuiderveen Fouinard, een raadsheer Erik Damman
Productie
Regie Marinus Buys Repetitor Dick Lopes Cardozo
Repetitor Dick Lopes Cardozo Orkest Amsterdams Promenade Orkest
Decorbouw Rens Tas, Jan Everts, Piet Boogaard, Paul Eikelhof, Wout Beukeboom, Johan Ballering, Gerard Scheffer, Han Hesterman
Bestuur
Voorzitter Jan Bussink Secretaris Metha Beukeboom
Penningmeester Jac. van Oostveen 2de penningmeester Rens Tas
Commisaris Ruud Saan