De Zigeunerbaron (1989)

1989 flyer1ste bedrijf – In het district “Banaat”, provincie “Temesvar” in Hongarije

Sandor Barinkay, zoon van een verbannen landgoedeigenaar (die verbannen was wegens sympathieën met de Turkse veroveraars) mag na veel omzwervingen, door bemiddeling van graaf peter Homonay, naar zijn landgoed terugkeren. Van de eens zo trotse vesting is alleen nog maar een ruïne over. De landerijen, die grotendeels onder water zijn komen te staan, zijn ingepikt door zijn buurman, de varkensfokker Kálmán Zsupán, die hoopt de schat (die volgens een gerucht op het grondgebeid van Barinkay ligt) te bemachtigen. Rond de ruïne hebben zich zigeuners gevestigd. Voor de overdracht van het “slot” aan de rechtmatige eigenaar door de commissaris van de koning (Canero) zijn twee getuigen nodig. De oude zigeunerin Czipra en Zsupán worden hiervoor uitgezocht. Zsupán is uiteraard niet blij met de terugkeer van Barinkay. Om de schat niet helemaal aan zijn neus voorbij te laten gaan, probeert hij zijn knapp dochter Arensa aan Barinkay te koppelen. Arsena voelt hier echter niets voor, omdat zijn in het geheim al en vrijer heeft. Het is Ottokar, de zoon van haar gouvernante Mirabella. Om tijd te winnen zegt zij dat haar a.s. echtgenoot minsten een baron moet zijn. Barinkay blijft alleen achter, maar krijgt gezelschap van Czipra en haar knappe dochter Saffi. Dan komen de zigeuners terug van de markt. Zij ontvangen Barinkay wel hartelijk en huldigen hem als hun nieuwe “Woiwode”(leider). Zsupán en zijn gevolg worden uit bed getrommeld en Barinkay presenteert zich als de “Zigeunerbaron”. Zo heeft Arsena het uiteraard niet bedoeld. Barinkay wil niets meet van Arsena weten en kiest Saffi als zijn bruid. Dit alles tot grote vreugde van de zigeuners en tot grote woede van Zuspán en de zijnen, die hierdoor de schat aan hun neus voorbij zien gaan. Bijna komt het tot een handgemeen.

2de bedrijf – De volgende morgen

De volgende morgen vertelt Czipra, dat zij in haar droom een oude grijsaard heeft gezien in wie zij de vader van Barinkay herkende. Deze vertelde haar waar hij de schat verborgen had in opdracht van de laatste Turkse Pasja in Hongarije. Na enige aandrang gaat Barinkay op de aangewezen plaats zoeken. Hij vindt inderdaad de schat. Vervolgens verschijnt graag Homonay met zijn huzaren om rekruten te werven voor de oorlog tegen Spanje. Voor de het goed en wel beseffen zijn Zsupán en Ottokar bij het leger ingelijfd door het drinken van de zogenaamde “werfwijn” en de bezegeling door de “handslag”. Canero begint met Zsupán en zijn gevolg Saffie en de zigeuners te beschimpen. Dit is voor Czipra het teken om een document tevoorschijn te halen, waaruit blijkt dat Saffi geen zigeunermeid is maar de dochter van de laatste Turkse Pasja in Hongarije. Barinkay in ontzet. Hij voelt zich haar nu niet meer waardig. Hij offert de gevonden schat aan het vaderland dat in grote geldzorgen zit en meldt zich ook aan als rekruut door het drinken van de “werfwijn”. Opgewekt trekken de mannen ten strijde, de vrouwen en geliefden blijven wenend achter.

3de bedrijf – Wenen, na de oorlog

De oorlog in ten einde en de troepen keren naar Wenen terug. Als een der eersten verschijnt Zsupán die snoeft over zijn zogenaamde heldendaden. Ook Barinkay en Ottokar keren heelhuids terug. Ottokar en Arensa vallen elkaar in de armen. Barinkay wordt vanwege zijn moedig gedrag in de adelstand verheven. Hij is nu echt baron. Zsupán probeert nog eenmaal een koppeling tussen Arensa en Barinkay te bewerkstelligen, maar deze laatste maakt hem duidelijk dat de enige partij voor Arensa Ottokar kan zijn, terwijl hem nu niets meer in de weg staat om Saffi tot de zijne te nemen.

Componist
Johan Strauss Jr.

Teksten
Ignaz Schnitzer

Oorspronkelijke titel
Der Zigeunerbaron

Première
24 oktober 1885, Theater an der Wien, Wenen

Plaats van handeling
Begin 18de eeuw, Oostenrijk

Uitvoering door EDOG
3 en 4 maart 1989, Diemer Operette Theater (Sporthal), Diemen.

Rolverdeling
Graaf Peter Homoray, districthoofd Ruud Zaan Graaf Carnero, commissaris van de koning Henk Lakerveld
Sandor Barinkay, emigrant Rudi de Vries Arensa, dochter van Zsupán Marja van de Brink
Mirabella, gouvernante van Arensa Gea Tas Ottokar, zoon van Mirabella Erik Damman
Czipra, een zigeunerin Nelly Portengen Saffi, een zigeunermeisje Elma van de Dool
Pali, zigeuner Martin Basseluer Istvan, knecht van Zsupán Bert Lap
Burgemeester van Wenen Jan Rempt Joszi, zigeuner Eric Rademaker
Ferko, zigeuner Fons den Kroode Mihaly, zigeuner Jan van Grasstek
Janszi, zigeuner Ben van Staveren
Productie
Regie Ruud Saan Dirigent Olof Groesz
Orkest Amsterdams Promenade Orkest
Decorbouw Johan Ballering, Piet Boogaard, Hans Brokkaar, Paul Eikelhof, Henk ten Have, Han Hesterman, Bert Lap, Rens Tas, Jan Everts
Bestuur
Voorzitter Gerard te Beek Secretaris Winy Zwarts
2de secretaris Ankie van Wijngaarden Penningmeester An van Oostveen
2de penningmeester Geen opgave (op verzoek) Public Relations Erik Damman
Donateurs / propagandacommissie Jan Rempt Artistieke leiding / archief / kostuumcommissie Ruud Saan