Der Bettelstudent (2002)

Eerste bedrijf, binnenplaats van de Citadel en de voorjaarsmarkt in Krakau.

Kolonel Ollendorf, de Saksische gouverneur van de stad Krakau, kust tijdens een bal de Poolse gravin Laura Nowalska ongevraagd op de schouder. Laura neemt dit niet en geeft de kolonel een felle tik met haar waaier. Ollendorf zint beledigd op wraak. Hij weet dat Gravin Palmatica Nowalska met haar twee dochters Laura en Bronislawa bijna omkomen van armoede en dat de meisjes aan een rijke kandidaat uitgehuwelijkt moeten worden om de familie te redden.
Ollendorf haalt Symon en Jan, twee politieke gevangen, uit de stadsgevangenis. Symon moet als de steenrijke vorst Wladislaw Wybicki Laura het hof maken en haar tot een huwelijk bewegen. Jan treedt op als zijn adjudant. Het klikt onmiddel­lijk tussen Laura en “Vorst Wybicki” als ze elkaar op de jaarmarkt ontmoeten. Hun verloving wordt praktisch onmiddellijk gevierd. Bronislawa vindt adjudant Jan bijzonder aardig, maar laat dit niet merken.

Tweede bedrijf, in de grote zaal in het paleis van familie Nowalska.

In een schitterend duet wordt duidelijk dat Jan en Bronislawa van elkaar zijn gaan houden. Symon wil Laura niet onder valse naam trouwen en hij schrijft een brief waarin hij de intrige bekent. Ollendorf voorkomt dat de bruid die brief onder ogen krijgt en laat tijdens het huwelijksfeest de bom barsten. Een groep gevangenis­klanten komt ongenodigd binnen. Cipier Enterich vertelt dat de rijke vorst in werkelijkheid een arme bedelstudent is. Ollendorf onthult dat hij de aanstichter is van het complot en dat hij Laura voor haar belediging heeft willen straffen.

Derde bedrijf, in de paleistuin de familie Nowalska.

De bruiloftsgasten verlaten het huis. Er is leedvermaak, omdat de Nowalska’s zich altijd zo groot hebben voorgedaan ondanks hun armoede.
Symon, die na de onthulling de deur werd uitgegooid, ontmoet Jan. Ollendorf heeft inmiddels al ontdekt dat Jan in werkelijkheid Graaf Opalinski is, legerkapitein van Stanislaus Leszcynski. Jan vraagt Symon zich voor te doen als hertog Adam Casimir, een neef van Stanislaus. Daarmee wordt tijd gewonnen om de citadel van Krakau te veroveren. Ondanks de risico’s stemt Symon met de list in. Ollendorf arresteert hem en Laura, die hoort dat haar echtgenoot mogelijk wordt onthoofd, wil ontzet tussenbeide komen. Maar vóór Ollendorf de namaakhertog naar de citadel kan brengen wordt Krakau door het opstan­delingenleger ingenomen. Symon wordt in de adelstand verheven. Bronislawa wordt een paar met graaf Jan Opalinski. Ollendorf en zijn officieren worden uitgewezen.

Componist: Karl Millöcker

Teksten: Friedrich Zell (als Camillo Walzel) en Richard Genée

Oorspronkelijke titel: Der Bettelstudent

Première: 6 december 1882 , Theater an der Wien , Wenen

Plaats van handeling: Krakau, Polen, 1704

Uitvoering door EDOG: 22 en 23 maart 2002, Diemer Operette Theater (Sporthal), Diemen.

Rolverdeling
Gravin Palmatica Nowalska	Leny Bruins	Laura Nowalska	Marjo Bosch
Bronoslawa Nowalska	Manon Arnold	Jan Janicki	Tom Bloemert
Symon Rymanowicz	Sebastiaan Brouwer	Kolonel Ollendorf	Edwin van Grasstek
Majoor von Wangenheim	Henk Lakerveld	Ritmeester von Schweinitz	Johan Vrijhoef
Cornet van Richthoven	Daphne ten Kroode	Bogumul (neef van Plamtica)	Erik Damman
Eva (zijn vrouw)	Leni Roelofsen	Enterich (cipier van de Citadel)	René Kins
Piffke (gevangenbewaarster)	Riek Ellenberger	Puffke (gevangenbewaarster)	Marja aan ’t Goor
Burgemeester van Krakau	Ab Nieuwolt	Rej (waardin)	Thea van Grasstek
Onuphrie (Palmatica’s dienster)	Marja Eikelhof	Waclaw (gevangene)	Ton Hardonk
Productie
Regie	Rinus Buys	Repetitor	Hein Franssen
Dirigent	Rutger van Leyden	Orkest	Zaans Opera- en Operette Orkest
Decorbouw	Kees Band, Arie Bervoets, Rinus Buys, Co Gassman, Ab Nieuwolt, Jan Ottenhoff, Rob Roelofsen, Cees Stam, Gerard van Veen
Choreografie	Angelique Wardenier
Bestuur
Voorzitter	Marianne Stam	Secretaris	Dini Knies
Penningmeester	Riek Ellenberger	2de penningmeester	Willy Visser
Commissaris	Jan Rempt	Commissaris	Joan Gerritsen
Commissaris	Jannie Hofman