The Desert Song (1994)
Het lied van de woestijn is een operette vol romantiek, sterke speelscènes en humor. Een Frans officier, Pierre Birabeau, kan de terreur, bedreven door de Franse troepen in Marokko, niet verdragen. Hij wordt hoofdman van een bende rovers om gezamenlijk het onrecht te bestrijden. Hij krijgt de bijnaam van “De Rode Schaduw”. Alleen trouwe volgelingen weten wie hij is. Zijn vader, generaal Birabeau, krijgt de opdracht de Rode Schaduw onschadelijk te maken. Om verdenking te voorkomen doet hij thuis of hij een beetje achterlijk is. Niemand neemt hem daardoor aux seriaux.
Hij is verliefd op de nicht van zijn vader, “Margot Bonvalet”. Margot is verloofd met kapitein Paul Fontaine. Fontaine heeft een verhouding gehad met een halfbloed Azuri, die gevaarlijk wordt wanneer Paul een einde aan zijn liefdesbetrekkingen met haar heeft gemaakt.
Zij ontdekt wie de Rode Schaduw is. Margot komt in aanraking met de Rode Schaduw en wordt verliefd op hem. Hij schaakt haar. Zij wordt naar het harem van Ali-Ben-Ali, een Arabische vriend van de Rode Schaduw, gebracht. Zijn vader, opgestookt door Azuri, wil met hem duelleren. Hij weigert en wordt door Ali-Ben-Ali de woestijn ingestuurd.
Een stomdronken Azuri kan haar geheim niet langer voor zich houden en vertelt generaal Beirabeu de waarheid omtrent zijn zoon. De humor bregen Bennie Kidd en Susan, zijn secretaresse. Zij hebben de wonderlijkste avonturen. Dat Pierre met Margot Bonvalet gaat trouwen zal iedereen nu begrijpen. En verder… moet er iets te raden overblijven.
Componist
Sigmund Romberg
Teksten
Otto Harbach, Oscar Hammerstein II en Frank Mandel
Oorspronkelijke titel
The Desert Song
Première
30 november 1926, Casino Theatre, New York
Plaats van handeling
Frans Marokko
Uitvoering door EDOG
4 en 5 maart 1994 , Diemer Operette Theater (Sporthal), Diemen.
Rolverdeling | |||
---|---|---|---|
Sid El Kar, luitenant van de Rode Schaduw bende | Kees Draaier | Mindar, aanvoerder van de Rode Schaduw bende | Henk Schuurman |
Hassi, aanvoerder van de Rode Schaduw bende | Theo Jansen | Benjamin Kid, journalist | Erik Damman |
Paul Fonteine, kapitein van het Franse vreemdelingenlegioen | Jaap Priem | Azuri, favoriete van Ali-Ben-Ali | Willeke van den Bosch |
Luitenant Lavergne, van het Franse vreemdelingenlegioen | Edwin van Grasstek | Luitenant de Lobel, van het Franse vreemdelingenlegioen | Jan Rempt |
Luitenant de Bassac, van het Franse vreemdelingenlegioen | Eric Rademaker | Margot Bonvalet, gast van Generaal Birabeau | Helen van Rooijen |
Generaal Birabeau, gouverneur van Frans Marokko | Henk Lakerveld | Pierre Birabeau, zijn zoon | Martin Buys |
Susan, beschermelingetje van de generaal | Annemarie van Wijngaarden | Edith, beschermelingetje van de generaal | Marjolein Lakerveld |
Ali-Ben-Ali, de Caïd | Frits van der Ven | Clementina, een Spaanse “dame” | Leny de Vries |
Hassan, een bergbewoner | Ab Nieuwolt | Neri, vrouw van Hassan | Jo van de Berg |
Emira, buikdanseres | ? | ||
Productie | |||
Regie | Rinus Buys | Repetitor | André van Eunen |
Dirigent | Paul Boeken | Orkest | Amsterdams Begeleidings Ensemble |
Decorbouw | Jan van Grasstek, Ab Nieuwolt, Jan Everts, Jaap Priem, Mike Buys, Piet Boogaard, Ad Kockx, Rens Tas, Edwin van Wijngaarden | ||
Bestuur | |||
Voorzitter | Rens Tas | Secretaris | Eric Rademaker |
Penningmeester | An van Oostveen | Commissaris | Dini Knies |
Commissaris | Marianne Stam | Commissaris | Gina van Waard |