Houtje touwtje

De laatste grote musical die ik in het theater gezien heb was Hello Dolly. Deze heeft helaas slechts twee dagen gedraaid na de premiere. Naast een fantastische cast, orkest, geweldige kostuums en een top productie/technisch team achter de schermen was het decor ook spectaculair. Dat kwam mijns inziens doordat het een combinatie was van LED schermen en echt decor.

Anastasia de musical die ik daarvoor had gezien had (bijna) alleen LED schermen. Uiteraard ook geweldig, maar wel enigszins ‘gemakkelijk’. Daar kun je natuurlijk elke decor mee laten zien. Rusland, Parijs, paleizen etc. Met èèn druk op de knop heb je weer een ander decor.

EDOG heeft meer dan 25 jaar houten decors gehad. Decors, ontworpen door Rinus Buys, werden gebouwd van houten panelen van 2,75 meter hoog. Dat moest ook wel zo groot omdat ons podium toen groter was dan van Carré. Al die panelen vormden samen bijvoorbeeld het decor van Venetië, het interieur van een paleis, een kasteel, een grand cafe of een balzaal. Prachtig beschilderd door (toen nog) Jan Evers. Nu wordt ons schilderwerk gedaan door onze schilderploeg; Jan, Cor, Reintje e.a.

Het decor vervoeren van onze werkplaats naar de sporthal ging via een vrachtwagen en het tillen van die panelen was een zwaar werkje. Rens Tas heeft mij toen nog geleerd dat je een schot onder je arm moet nemen en dan tegen je aanklemmen. Dan kun je een paneel in je eentje tillen. Tevens moet je de panelen met de geschilderde zijdes op elkaar leggen. Eventuele beschadigingen zie je dan niet.

Om het decor in elkaar te zetten had je minimaal drie man nodig. Eèn om het paneel recht op te zetten, een tweede om het andere paneel er tegenaan te zetten en een derde om de krommer (een kromme spijker) in het verbindingsdeel te steken. De panelen werden geschilderd in onze werkplaats en daar op volgorde gelegd. De achterkant werd dan genummerd zodat je deze in de sporthal makkelijker in elkaar kon zetten. In alle jaren dat ik meegeholpen heb is er geen èèn jaar geweest waar de nummering klopte. Ook toen vloekte de regisseur wel eens.

Bij de Zigeunerbaron hadden we een ander regisseur die een decor wilde maken met een groot doek. Dit dit doek werd opgehangen aan een lange stang die vanuit middenachter naar het voortoneel wees. Op deze manier kon je het doek (wat aan twee kanten beschilderd was) naar links en naar rechts zwaaien. Een geweldig idee. Bij het aanbrengen in de sporthal bleek het niet te werken. Het boog door, het draaide niet. Als regisseur moet je dan, handelen in de het belang van de voorstelling: de kracht van je voorstelling zit in het weglaten.

Toen ik van EDOG de uitdaging ontving om te mogen regisseren had ik andere ideeën. Ik wilde geen schotten meer. Mijn eerste creatie was de Mikado van Gilbert and Sullivan. Deze operette speelde zich af in Japan. De basis van mijn decor (toen nog in miniatuur ontworpen door Ab Niewolt) bestond uit een lak rode brug, een huis (met 2 rijstpapieren schuifdeuren), een beroemde lak rode Japanse poort en een soort theehuisje wat uit twee losse delen bestond. De brug werd een enorm gevaarte die 10 meter moest overspannen en waarop het koor moest kunnen staan. Hoe ze dat in die kleine werkplaats gebouwd hebben is een prijs waard. Mijn idee van 2 losse decordelen die aan elkaar geschoven een theehuisje werd was afwijkend van wat de bouwploeg gewend was. Ik heb ze vaak moeten uitleggen dat het echt ging werken (en ook hoe het werkte)

Ik heb in voorstellingen daarna nog mensen ingezet als deur, (èèn persoon die enkel een deurpost om zich heen had en draaide als iemand er door heen ging), enkel wit licht vanuit het zijtoneel als er iemand binnen kwam (dus juist gèèn deur), maar ook zijn we gaan werken met verschillende verhogingen in het podium en uitbouwen van het podium. Mijn enige ‘panelendecor’ is de bouw van het gigantische Im Weissen Rossl hotel geweest. Levensecht mèt balkon en geraniums. Arie Bervoets had dit op de millimeter getekend en ook zo nagebouwd met de bouwploeg. Toch had er iemand even zelf ‘nagedacht’ en bleek het niet te kloppen bij het in elkaar zetten. Ik hoor Arie nog mopperen.

Het meest eenvoudige decor was mijn doek decor in de Desert Song. We hebben getracht (en dat is ook gelukt) om een grot na te bootsen met doek. Op diverse niveaus werden de doeken ingehangen en met de prachtige belichting van Joep zag het er sfeervol en ‘grotachtig’ uit. Dat Janny daar slapeloze nachten van had tijdens het naaien en dat we er allemaal overheen moeten lopen om het smoezelig te laten lijken laten we maar even achterwege.

Joep, onze vaste belichter heeft licht als decor erin gebracht. Naast prikkabels ook TL lampen (Joseph), en disco licht (All Shook Up). Ook de prachtig gemaakte Glas in lood ramen (Reintje) die mooi uitgelicht waren in de Titanic staan me nog bij. Kortom naast indrukwekkende solisten en een fantastisch zingend en bewegend koor, een top orkest, zijn de EDOG voorstellingen altijd een visueel spektakel. Een lust voor het oog.

En dat allemaal gefabriceerd in onze kleine koude werkplaats. Chapeau voor onze bouw en schilderploeg. Kijk eens op https://www.edog.nl/media/