Stond Diemen maar op Java

Ik ben geboren en getogen in Diemen. Mijn eerste eigen woning was in de Venserpolder Zuidoost maar na een jaar was ik al weer terug in Diemen. Toen ik een relatie met Marjolein kreeg (zij komt uit Noord / Landsmeer) zei ik dat ik graag in Diemen wilde blijven wonen. Ik heb hier een leuk leven, ken veel mensen, zit diep in het culturele leven, vlak bij Amsterdam, goed OV en de snelweg om de hoek om het land in te trekken. Ik ga hier nooit meer weg!

Tenminste……tot ik voor het eerst in Indonesië kwam!

Toen mijn vorige relatie uitwas en Marjolein en ik nog niet formeel samen waren besloot ik met mijn vader naar Indonesië te gaan. Dit was een georganiseerde reis waarbij onze koffers van Schiphol tot Schiphol (en alles daartussen) gedragen werd. We trokken Sumatra, Java, Bali en Lombok over. Een heerlijk land waar ik me op mijn gemak voelde, met name Java is een rustiek eiland, met vriendelijke mensen. We sliepen in luxe 5 sterren hotels waar veel marmer en airconditioning aanwezig was. We voelden ons wel een beetje een koloniaal die het land kwamen bekijken. In Yogyakarta (Java) gebeurde het. Ik liep daar rond alsof ik het herkende. We dwaalden door de straatjes en langs de prachtige Kratons en laten ons rondrijden in Becak’s. ht sfeertje paste bij mij en het voelde als mijn stad, mijn eiland, mijn land. Het was een prachtige vakantie en tijdens die drie weken heb ik Indonesië echt gezien.

Enkele jaren later woonden Marjolein en ik samen. Ik wilde haar erg graag dat mooie Indonesië te laten zien. Dit keer besloten we het heel anders aan te pakken. We boekten 2 vliegtickets, kochten 2 grote rugzakken en verder niks. Met enkel een Trotter boekje (soort Lonely Planet) op zak vlogen we naar Jakarta. Een overvolle stad waar je het koloniale verleden terugziet in bepaalde wijken en in gebouwen. De grandeur van destijds kun je nog ruiken. Alhoewel ruiken? Ga niet naar de Pasar Ikan (vismarkt) want daar loop je met je neus dicht wel visuele te genieten. Wat ook stinkt op de markt is de Doerian. Een grote vrucht die heerlijk smaakt maar enorm stikt. Hij stinkt zo dat hij niet in het vliegtuig vervoert mag worden. Wel heb ik daar de lekkerste nasi van mijn hele leven gegeten. In een klein restaurant met wit TL licht en aan formica tafeltjes. Het zag er niet uit, maar de smaak was geweldig.

Vanuit Jakarta gingen we per trein naar Bandung. Ook een stad waar Nederland nog in alle hoeken en gaten te zien is. We hadden een hotelletje in ons Trotter boekje gevonden maar op het moment dat we uit de trein stapten werden we overspoeld met Javanen die een kamer aanboden. We wezen naar de naam van het hotelletje waar we naar toe wilden en een kleine Javaan pakte onze rugtassen op en trok ons mee naar buiten. Hij nam ons mee naar een heerlijk knus hotelletje waar hij ons vol trots liet zien waarom we juist bij hem moesten komen slapen; Hij had hagelslag. Hij was er zo trots op dat we besloten hier te blijven.

Na een paar dagen wilden we door naar Yogyakarta. Enorm veel reisbureautjes in de buurt. je kon via een treinreis of via een boot over de rivier naar Yogyakarta. We besloten het laatste te doen. Op de dag van vertrek stond er alweer een busje voor de deur van het hotel. De chauffeur droeg onze rugzakken naar de auto en reden in ongeveer 2 uur naar Pangandaran aan de zuidkust van Java. Daar bleven we 2 dagen en ook hier weer een rijk gevoel omdat onze rugzakken overal gedragen werd.

De boottocht was fenomenaal. We vertrokken vroeg in de ochtend en terwijl het ochtendlicht gloorde en er nog een lichte mist over de rivier hing zaten we tussen ander locals en marktkooplui. We legden met regelmaat bij een klein dorpje aan of er kwam een koopwaarbootje langszij om dingen te kopen of te verkopen. Na 5 uur te hebben mogen genieten van al het natuurschoon, de cultuur en de locals kwamen we in de buurt van ‘mijn’ Yogyakarta aan. Het voelde weer als thuiskomen. Marjolein en ik dwaalden door de hele stad, hebben de omgeving gezien met o.a. de Borobodur. Ook Marjolein vond het een heerlijke stad maar had nou niet de behoefte om daar te gaan wonen. Ik zelf had echt gevoel dat ik daar goed zou kunnen aarden, mits EDOG daar ook heen ging emigreren, en mijn vrienden familie, een deel van Amsterdam ook daarheen kwam. Het vertrek uit Yogyakarta (Yogya voor intimi) viel ons zwaar. We reisden door naar Bali en naar Lombok alwaar we ook een prachtige tijd hadden uiteraard en het snorkelen op Gili Air vlakbij Lombok staat in ons geheugen gegrift.

Deze reis naar Indonesië hebben we dan ook het gevoel gehad dat we Indonesië hebben beleeft en ervaren. De geheel verzorgde reis met mijn vader was ook geweldig maar toen heb ik meer het gevoel gehad Indonesië te hebben gezien.

later zijn we met de kinderen wederom teruggewenst naar Indonesië. Ook toen hebben we rondgetrokken maar niet meer met de rugzak, We hadden toen van die weekendtassen met wieltjes bij ons. Ook toen hebben we net als mijn eerste reis naar Indonesië en onze 2e reis de tas bijna niet zelf gedragen. Dus ons advies is: Ga nooit rondreizen met een rugzak, je tilt je een breuk. Ook op onze latere reizen naar Japan, Maleisie hebben we dit nooit gedaan en dat is ons goed bevallen.

Ik hoop dat 2021 weer een prachtig reisjaar wordt.